
De meeuw
~ ~ ~
dwars door
het zwarte wolkendek
kwam zij aangevlogen
de vleugels wijd
uiteen gespreid
haar stoere kop
gebogen
een wilde krijs
verbrak de stilte
er kwam een einde
aan haar vlucht
ze maakte nog
een laatste ronde
door de frisse winterlucht
haar vleugels
vonden nu de rust
hier was haar duin
haar strand, haar kust
hier voelde ze zich thuis
want geen muziek
klinkt mooier
dan het eeuwig zeegeruis
.........